Wij helpen u graag!

Bel 020-657 5657 of maak een afspraak.

Polyplan 30 jaar
Logo Polyplan Reizen

Vanaf Spétses kunt u ook een bootexcursie maken naar Spetsopoúla, het onbewoonde ‘kleine Spétses’, dat ietsje verder in zee ligt. Ook kunt u het vasteland van de Peloponnesos (Argolída) bereiken met een ferry naar Porto Chéli. In deze regio hebben de Oranjes hun vakantievilla

Bij aankomst op Spétses Σπέτσες begrijp je onmiddellijk waarom scheepsmagnaten en andere rijke Atheners hier hun (tweede) villa hebben. Het is groen en lieflijk en het enige plaatsje, Spétses-Stad, ziet er voornaam en elegant uit.

Door een speling van het lot heeft het jetseteilandje bij de entree van de Argolische Golf een Nederlands tintje gekregen. Dat komt doordat het eiland halverwege de vorige eeuw enorm is gepromoot door twee KLM-ers, Willem van Veenendaal en Henrik Scholte. Ze verwierven er het ereburgerschap mee.

Beiden waren dol op Spétses. Van Veenendaal , die in 1933 gezagvoerder werd, schreef er in 1963 een boek over: Elke dag een zondag... in Griekenland. Hij ligt tussen de Griekse vrijheidsstrijders begraven in het Allerheiligenklooster op de hoogste heuvel. Henrik Scholte bezocht Griekenland voor het eerst in de jaren dertig en keerde er als KLM-employee talloze keren terug. Zijn Gids voor Griekenland was de eerste Nederlandstalige reisgids die het hele land beschreef. Het richtte zich vooral op archeologische vindplaatsen en plaatsen uit de mythologie en geschiedenis.

Als toeristische bestemming was Spétses toen overigens allang ontdekt. Al in de eerste helft van de negentiende eeuw zorgde de nabijheid van een Britse marinebasis voor belangstelling van officieren op verlof. Het neoklassieke grandhotel Poseidonion****  werd speciaal voor hen en hun families gebouwd. Het Poseidonion was trouwens ook het hotel waar de royals in 2010 het huwelijk van Nikolaos en Tatiana Blatnik vierden. Daarbij waren ook (toen nog) prins Willem-Alexander en prinses Máxima aanwezig.

Massatoerisme is nooit van de grond gekomen op het chique Spétses. In de jaren tachtig begonnen Britse touroperators met het verkopen van budgetpakketreizen naar het eiland, maar onder druk van de welgestelden smoorde het eilandbestuur die ontwikkeling in de kiem en hield het Spétses exclusief.

Het leukste deel van Spétses-Stad is Dápia Ντάπια, de winkel-, eet- en drinkwijk achter de nieuwe haven, vanwaar u uitzicht heeft op de vuurtoren en de Peloponnesos in de verte. In Dápia kunt u bij Podinatokosmos (naast het Museum Mexis) fietsen huren. Privé-auto’s zijn niet toegestaan op Spétses; een auto huren is niet mogelijk, maar ook niet nodig. Het eiland is vrij vlak en heeft een fietsvriendelijke rondweg.

Stranden vindt u aan alle kusten. Sommige zijn per koetsje, bus en taxi of op de fiets te bereiken, naar andere kunt u alleen te voet of met een watertaxi. De stranden zijn goed toegerust, met restaurants waar u lekker kunt lunchen.

Een must is een bezoek aan Bouboulina’s Museum (www.bouboulinamuseum-spetses.gr), gevestigd in een voornaam herenhuis van meer dan 300 jaar oud. Bouboulina was een heldin uit de Onafhankelijkheidsoorlog. Ze was in Ottomaanse gevangenschap geboren in Constantinopel. Haar ouders waren opstandelingen afkomstig van het buureiland Ydra. Bouboulina’s levensverhaal kent iedere Griek. Het gaat van haar leven op Spétses, via haar twee huwelijken met scheepskapiteins die sneuvelden, naar de glorieuze overwinning op de Ottomanen. Het museum vertelt de hele geschiedenis.